bezoldiging
Nederlands
Woordafbreking
- be·zol·di·ging
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van bezoldigen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bezoldiging | bezoldigingen |
verkleinwoord | bezoldigingetje | bezoldigingetjes |
Zelfstandig naamwoord
bezoldiging v [1]
- het salaris geven aan een medewerker
- gage, loon, salaris, traktement, verdienste, wedde
Gangbaarheid
- Het woord bezoldiging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bezoldiging' herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.