maandloon

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maand·loon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord maandloon maandlonen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

maandloon o [1]

  1. het loon dat men met arbeid in één maand verdient
    • Dus alles wat een Kamerlid netto zou verdienen boven die 2.750 euro kan als afdracht worden beschouwd. Normaal gesproken ligt het netto maandloon van iemand die 7.700 euro verdient zo rond de 4.300. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord maandloon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Philip de Witt Wijnen 9 oktober 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.