wedde
Nederlands
Woordafbreking
- wed·de
Verwante begrippen
Hyponiemen
- basiswedde, beginwedde, jaarwedde
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wedden |
wedde
- enkelvoud verleden tijd van wedden
- Ik wedde.
- Jij wedde.
- Hij, zij, het wedde.
- Ik wedde.
- aanvoegende wijs van wedden
Gangbaarheid
- Het woord wedde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wedde' herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.