rein

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rein
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘zuiver’ voor het eerst aangetroffen in 797 [1] [2] [3] [4]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen reinreinerreinst
verbogen reinereinerereinste
partitief reinsreiners-

Bijvoeglijk naamwoord

rein

  1. zonder vuil
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Frans

Uitspraak
  • Geluid:  rein    (hulp, bestand)
  • IPA: /ʁɛ̃/
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  rein     le rein     reins     les reins  

Zelfstandig naamwoord

rein m

  1. (anatomie) nier


Fries

Zelfstandig naamwoord

rein

  1. regen


Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈɾæjn /
Woordafbreking
  • rein
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van et Oudnoorse zelfstandige naamwoord hreinn
Naar frequentie 10874
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   rein     reinen     reiner     reinene  
genitief   reins     reinens     reiners     reinenes  

Zelfstandig naamwoord

rein, m

  1. (dierkunde), (zoogdieren) Rangifer tarandus , rendier
Synoniemen
Synoniemen


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈɾæjn /
Woordafbreking
  • rein
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van et Oudnoorse zelfstandige naamwoord hreinn
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   rein     reinen     reinar     reinane  

Zelfstandig naamwoord

rein, m

  1. (dierkunde), (zoogdieren) Rangifer tarandus , rendier
Synoniemen
Synoniemen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.