lucide

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lu·ci·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘helder’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen lucidelucider-
verbogen -lucidere-
partitief lucidesluciders-

Bijvoeglijk naamwoord

lucide

  1. klaar , duidelijk
    • een lucide kijk op iets hebben 

Gangbaarheid

  • Het woord lucide staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Frans

  enkelvoud meervoud
  mannelijk  /
  vrouwelijk  
lucide lucides

Bijvoeglijk naamwoord

lucide

  1. lucide , klaar , duidelijk
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.