verstaanbaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·staan·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen verstaanbaarverstaanbaarderverstaanbaarst
verbogen verstaanbareverstaanbaardereverstaanbaarste
partitief verstaanbaarsverstaanbaarders-

verstaanbaarders}}

Bijvoeglijk naamwoord

verstaanbaar

  1. dat je wat gezegd wordt kunt begrijpen
    • Hij sprak zo snel dat hij voor mij niet meer verstaanbaar was. 
  1. dat je wat gezegd wordt kunt horen
    • Hij sprak zo zachtjes dat hij door mij niet meer verstaanbaar was. 
    • Het was verre van rustig in de Heuvels. Kleine Woord had tenminste moeite om zich voor Schoonheid verstaanbaar te maken toen hij zei: ' We moeten nog verder gaan, denk ik. [1] 

Gangbaarheid

  • Het woord verstaanbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Herzen, Frank De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 120
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.