bruinrood
Nederlands
Woordafbreking
- bruin·rood
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bruin en rood
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bruinrood | |
verkleinwoord |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord
bruinrood o
- (RAL-kleur) een kleur tussen bruin en rood met RAL-nummer 3011.
- Heeft u die ook in het bruinrood?
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bruinrood | bruinroder | bruinroodst |
verbogen | bruinrode | bruinrodere | bruinroodste |
partitief | bruinroods | bruinroders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
bruinrood
- (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur tussen bruin en rood, met RAL-nummer 3011.
- Hij rijdt in een bruinrode auto.
Vertalingen
1. brood van tarwemeel dat nog zemelen bevat
Gangbaarheid
- Het woord bruinrood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bruinrood' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.