belasting
De belastingdienst zorgt voor de heffing van de de belastingen
Nederlands
Woordafbreking
- be·las·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | belasting | belastingen |
verkleinwoord | belastinkje | belastinkjes |
Zelfstandig naamwoord
belasting v
- (juridisch) (financieel) door de wet gedwongen betaling aan de overheid zonder individuele tegenprestatie van die overheid
- De omzetbelasting en winstbelasting zijn de bekendste vormen van belasting voor een bedrijf.
- (techniek) de mate waarin een machine belast wordt ofwel het vermogen dat van de machine verlangt wordt door de aangesloten apparatuur
- Zowel de normale als maximale belasting van deze machine zijn nog niet bekendgegeven.
- verantwoordelijkheid, inspanning die een taak vergt, psychische druk
- Het werk van ambulancechauffeur geeft vaak een grote werkbelasting.
Synoniemen
- [2] last
Antoniemen
- [2] ontlasting
Verwante begrippen
- [1] btw
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. door de wet gedwongen betaling aan de overheid zonder individuele tegenprestatie van die overheid
2. de mate waarin een machine belast wordt ofwel het vermogen dat van de machine verlangt wordt door de aangesloten apparatuur
Gangbaarheid
- Het woord belasting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'belasting' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.