adres

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  adres    (hulp, bestand)
  • IPA: /aˈdrɛs/
Woordafbreking
  • adres
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘woon- of verblijfplaats’ voor het eerst aangetroffen in 1574 [1]
  • uit het Frans [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord adres adressen
verkleinwoord adresje adresjes

Zelfstandig naamwoord

adres o

  1. aanduiding van de plaats, straat en huisnummer waar iemand woont of iets is gevestigd
    • Geef me je adres en ik zal je een brief sturen. 
    • (informatica) bij registratie van het adres worden woonplaats en postcode meestal in een apart attribuut aangebracht zodat in het attribuut adres alleen straatnaam en huisnummer overblijven 
  1. verzoek, aan een bevoegde macht gericht
    • Het bezwaar werd aan de regering geadresseerd. 
  1. (informatica) geheugenplaats in een computer
    • Bij de meeste moderne computers werkt men met 64-bits adressen 
Hyponiemen
  • privéadres
  • redactieadres
  • retouradres
  • schuiladres
  • sleuteladres
  • straatadres
  • studieadres
  • tegenadres
  • telefoonadres
  • telegramadres
Afgeleide begrippen
  • adrescommissie
  • adresdecodeereenheid
  • adresdecodering
  • adresdichtheid
  • adresetiket
  • adresfirma
  • adresgegeven
  • adresgroep
  • adreskaart
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord adres staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord adres adresse

Zelfstandig naamwoord

adres

  1. adres


Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

adres

  1. adres; aanduiding van de plaats, straat en huisnummer waar iemand woont of iets is gevestigd


Pools

Zelfstandig naamwoord

adres m

  1. adres
Verbuiging


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /adrɛs/
Woordafbreking
  • ad·res

Zelfstandig naamwoord

adres

  1. genitief meervoud van adresa


Turks

Zelfstandig naamwoord

adres

  1. adres


Veluws

Zelfstandig naamwoord

adres

  1. adres; aanduiding van de plaats, straat en huisnummer waar iemand woont of iets is gevestigd
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.