postcode
Nederlands
Woordafbreking
- post·co·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van post en code
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | postcode | postcodes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
postcode m
- (informatica) codering ten behoeve van de postbestelling naast naam, adres en woonplaats een elementair attribuut bij persoonsregistratie
- in Nederland levert de combinatie van postcode en huisnummer een uniek adres op
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord postcode staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'postcode' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.