adresboek
Nederlands
Woordafbreking
- adres·boek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van adres en boek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | adresboek | adresboeken |
verkleinwoord | adresboekje | adresboekjes |
Zelfstandig naamwoord
adresboek o
- een boek met alfabetisch en/of systematisch geordende adressen
- Hij was het adresboek kwijtgeraakt.
Vertalingen
1. een boek met alfabetisch en/of systematisch geordende adressen
Gangbaarheid
- Het woord adresboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'adresboek' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.