Sint Eustatius

Sint Eustatius is een Nederlands eiland in het Caribisch gebied (dus gelegen in het Caribische deel van Nederland) dat sinds 2010 bestuurlijk als Caribisch openbaar lichaam een bijzondere gemeente vormt. Het is gelegen in het oostelijk deel van de Caribische Zee, en behoort tot de SSS-eilanden en geografisch met onder andere Guadeloupe, Saba en Sint Maarten tot de Bovenwindse Eilanden. De hoofdplaats is Oranjestad. Het eiland is genoemd naar de heilige Eustachius; het wordt door de plaatselijke bevolking Statia (Engels uitgesproken: [ˈsteɪʃə]?) genoemd.

Sint Eustatius
Statia
Openbaar lichaam van Nederland
(Details) (Details)
Geografie
HoofdstadOranjestad
Oppervlakte21 km²
% water-
Coördinaten17°29'NB, 62°58'WL
Bevolking
Inwoners (2016[1])3193 (152 /km²)
Religie23,8% Rooms-katholiek
21,4% Methodist
26,8% 7e-dagsadventist
20,8% overig
17,2% geen
TalenNederlands, Engels
Overig
MunteenheidAmerikaanse dollar
VolksliedGolden Rock
TijdzoneUTC -4
Feestdag16 november (Statia Day)
Telefoon+599 318
Topleveldomeinnl
ISO 3166BES
Detailkaart
Sint Eustatius
Fort Oranje domineert de Oranjebaai

Geschiedenis

De vroegste bewoners waren indianen van de Arawakcultuur die vanuit Venezuela via de kleine Antillen naar het noorden waren gemigreerd. In het begin van de twintigste eeuw zijn er nederzettingssporen ontdekt in Golden Rock en Oranjebaai.

Columbus was de eerste die Sint Eustatius in 1493 op de kaart zette. Bij diens aankomst was de oorspronkelijke bevolking al eerder vertrokken, mogelijk vanwege de natuurlijke omstandigheden (op het eiland was bijvoorbeeld geen zoet water beschikbaar).[2]

In 1636 werd het inmiddels onbewoonde eiland door de Nederlanders in bezit genomen. Volgens Franse bronnen hadden de Fransen er al in 1629 een klein fort gebouwd, maar wegens gebrek aan natuurlijke waterbronnen het eiland weer verlaten. De Nederlanders (Zeeuwen) bouwden een nieuw fort, het nog steeds bestaande Fort Oranje en losten het waterprobleem op door de aanleg van (ook nog steeds bestaande) regenbakken (cisternen). Sint Eustatius werd het meest winstgevende bezit van de West-Indische Compagnie (WIC) en een doorvoerhaven van Afrikaanse slaven in de Trans-Atlantische slavenhandel. Op het eiland werden plantages van suikerriet, tabak en indigo aangelegd die met slavenarbeid werden bewerkt. Oranjestad was ook een vrijhaven en stapelhaven. In de 18de eeuw werd het eiland wel de Gouden Rots genoemd. De hele benedenstad aan de Oranjebaai was volgebouwd met pakhuizen waar de meest luxe goederen lagen opgeslagen. In 1779 legden meer dan 3000 schepen uit Europa, Amerika en Afrika aan op de rede van Oranjestad, evenveel als Amsterdam. Soms arriveerden er meer dan 20 schepen op een dag. Op de rede konden 200 schepen tegelijkertijd liggen.

Uit de glorietijd van het eiland resten nog de overblijfselen van zestien verdedigingswerken (voornamelijk open batterijen) in een ring om het eiland heen. Behalve Fort Oranje zijn dat Bourbon Battery, het Waterfort of de batterij Amsterdam, Fort Panga en de batterijen Jussac, Royal, Rotterdam, Tumble-down-Dick of Tommelendijk, Concordia, St. Louis, Corre Corre, De Windt, Nassau, Dolijn, Bouillé en de resten van een onafgemaakte vluchtburg uit het eind van de 17de eeuw op de berg Gilboa Hill.

Toen de Amerikanen in 1776 hun vrijheidsstrijd tegen het Verenigd Koninkrijk begonnen, leverden de Nederlanders wapens aan hen via Sint Eustatius.[3] Het Amerikaanse marineschip USS Andrew Doria, dat op 16 november 1776 met de nieuwe Amerikaanse vlag in top de Gallows Bay kwam binnenzeilen en saluutschoten afvuurde, kreeg in opdracht van gouverneur Johannes de Graaff elf saluutschoten van Fort Oranje als antwoord. Het was de eerste keer dat een buitenlandse mogendheid de vlag van de Verenigde Staten eerde met een saluut. De Amerikanen interpreteerden dit onmiddellijk als de eerste officiële erkenning van hun onafhankelijkheid. De Amerikaanse president Franklin Delano Roosevelt erkende het belang van deze gebeurtenis tijdens zijn bezoek aan de rede van Sint Eustatius in 1939 en bood het eiland een plaquette ter herinnering aan. Er staat onder andere op: "Here the sovereignty of the United States of America was first formally acknowledged to a national vessel by a foreign official." Het voorval leverde ook het onderwerp voor het laatste boek van Pulitzerprijs-winnares Barbara Tuchman First Salute: A View of the American Revolution (1988).

De Engelsen verklaarden hierop Nederland de oorlog (de Vierde Engelse Oorlog) en admiraal George Rodney nam in februari 1781 met een grote vloot Sint Eustatius in. Rodney plunderde het eiland en voerde een derde van de joodse bevolking af naar het naburige St. Kitts. Het vermogen van gouverneur De Graaff werd geconfisqueerd. De Graaff zelf moest mee naar Engeland, maar mocht hetzelfde jaar nog terugkeren naar St. Eustatius. Een afwisseling van Franse en Engelse bezettingen volgde. De economie van het eiland stortte als gevolg volledig in.

Sint Eustatius is gevoelig voor orkanen. Op 5 september 1772 werden 300 huizen verwoest en ook diverse kerken en de synagoge werden niet gespaard. De orkanen van 1792, 1852 en 1928 richtten ook op grote schaal vernielingen aan. Na de orkaan van 1792 werd het dak van de synagoge niet meer gedicht omdat de joodse bevolking gedecimeerd was na de plundering van Rodney. De gerefomeerde kerk verloor het dak bij de orkaan van 1852, alleen de muren staan nog overeind.

Na de val van Napoleon in 1815 kreeg Nederland de voormalige koloniën in het Caribisch gebied van Groot-Brittannië terug. Deze werden in het begin beschouwd als drie West-Indische koloniën:

Door de teruggave van de koloniën door de Britten werden Sint Eustatius, Sint Maarten en Saba vanaf 1816 weer Nederlands bezit, maar bleef de voertaal Engels.

Om de bestuurskosten te verlagen werden de drie koloniën in 1828 teruggebracht tot één kolonie met een gouverneur-generaal in Paramaribo. In 1845 kwam men hier gedeeltelijk op terug omdat het besturen van de eilanden vanuit Suriname niet goed werkte. Vanaf dat jaar waren er weer twee West-Indische koloniën:

  • Suriname
  • Curaçao en Onderhorigheden (bestaande uit zowel de Bovenwindse als de Benedenwindse Eilanden).
Slavenhandboeien uit 1848, die moesten voorkomen dat slaven zouden vluchten naar het vrije St. Kitts.

Op 1 juli 1863 werd de slavernij afgeschaft, op de naburige Britse kolonie St. Kitts was dit al in 1833 gebeurd, wat tot succesvolle vluchtpogingen had geleid.[4]

Met de herziening van de Nederlandse grondwet in 1922 kwam de term 'kolonie' in die grondwet te vervallen. Pas op 23 april 1936 volgde de hiermee samenhangende herziening van wetten waarmee de staatsinrichting van Suriname en Curaçao werden aangepast. Zo werd de Koloniale Raad van Curaçao vervangen door de Staten van Curaçao. Het parlement bestond uit vijftien leden, van wie er tien werden gekozen en vijf door de gouverneur werden aangewezen. In dat jaar werd ook Curaçao en Onderhorigheden omgedoopt tot het Gebiedsdeel Curaçao.

In 1937 volgden de eerste verkiezingen, waaraan vanwege het toen geldende census- en capaciteitskiesrecht voor mannen slecht ± 5 procent van de bevolking mocht meedoen.

De Tweede Wereldoorlog zorgde voor een andere kijk op het Koninkrijk en het kolonialisme zoals dat tot 1939 had gefunctioneerd. Het 'Gebiedsdeel Curaçao' (vanaf 1948 officieel 'de Nederlandse Antillen') en Suriname waren in die tijd de enige stukjes onbezet 'Nederland'. Koningin Wilhelmina kondigde via Radio Oranje in 1942 al meer zelfstandigheid aan voor de overzeese delen. In februari 1945 werd de naam van het Ministerie van Koloniën gewijzigd. Door de herziening van de grondwet in 1948 werd het Gebiedsdeel Curaçao vervangen door Nederlandse Antillen waarna alle Statenleden door middel van algemene verkiezingen gekozen werden. In 1948 waren intussen ook de onderhandelingen begonnen met Suriname en de Nederlandse Antillen. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, ofwel kortweg het Statuut, was in 1954 voltooid. Dit Statuut kondigde koningin Juliana op 15 december 1954 in de Ridderzaal plechtig af. In het statuut was het uitgangspunt de gelijkwaardigheid van Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen (Nederlands-Nieuw-Guinea niet).

De Nederlandse Antillen kregen in grote mate een eigen bestuur wat lokale zaken betrof. De gezamenlijke aangelegenheden van het Koninkrijk werden in gezamenlijk overleg beslist. Tot 1983 was Sint Eustatius onderdeel van het eilandgebied Bovenwindse Eilanden, waar ook Saba en Sint Maarten toe behoorden. In 1983 kreeg het een zelfstandige status als eilandgebied en een eigen zetel in de Staten van de Nederlandse Antillen.

Op 10 oktober 2010 zijn de Nederlandse Antillen als land opgeheven. Sindsdien is Sint Eustatius rechtstreeks deel uit gaan maken van Nederland. Het eiland is een openbaar lichaam, dat qua bevoegdheden vergelijkbaar is met een gemeente. Het eiland maakt echter geen deel uit van het Schengen-gebied.

Op 2 februari 2018 heeft de staatssecretaris van Binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties, Raymond Knops, een wetsontwerp strekkende tot ontbinding van de eilandraad en op non-actiefstelling van de waarnemend gezaghebber en gedeputeerden, de Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius, ingediend naar aanleiding van een onderzoek door een 'commissie van wijzen' onder leiding van Jan Franssen. De commissie stelde vast dat het bestuur op het eiland wordt gekenmerkt door machtsmisbruik, financieel wanbeleid en discriminatie. De wet maakt onder meer de benoeming van een regeringscommissaris mogelijk. Het wetsontwerp werd op 6 februari 2018 door beide kamers van de Staten-Generaal behandeld en unaniem aangenomen.[5][6]

Marcolino Franco, voormalig parlementsvoorzitter van Curaçao, is op 29 januari 2018 per 7 februari 2018 tot regeringscommissaris benoemd[7]; Mervyn Stegers is tot plaatsvervangend regeringscommissaris benoemd.[8]

De rede van Sint Eustatius in de 18de eeuw

Geografie

De Quill domineert het aanzicht van Sint Eustatius, Cultuurvlakte en The Quill vanaf Gilboa Hill

Sint Eustatius bestaat uit een slapende vulkaan in het zuidoosten van het eiland, The Quill genaamd (verengelsing van de oorspronkelijk Nederlandse naam 'De Kuil') met een hoogte van 601 meter, en een ca. 200.000 jaar oud, uitgedoofd vulkanisch gebied in het noorden van het eiland rond de heuvel met de naam Bergje en een hoogte van 223 m. Rond Bergje liggen nog Boven, Gilboa Hill, en Signal Hill. Tussen Signal Hill en The Quill ligt een betrekkelijk vlak terrein, de Cultuurvlakte, waar ook het vliegveld en de zonnecentrale te vinden is.

Demografie

Sint Eustatius had op 1 januari 2010 2886 inwoners.[9] Bij de laatste volkstelling in 2001 had 78% van de bevolking de Nederlandse nationaliteit, maar was slechts 45% op het eiland zelf geboren. Voor 83% was Engels de belangrijkste huistaal, voor 6% Spaans, voor 4% Nederlands.

Het eiland telde in 1665 1600 inwoners en tijdens de grootste bloei in de jaren 1790 naar schatting 10.000. Na een bezetting door Fransen en de isolatie van het eiland door de Engelsen in het begin van de 19de eeuw (zie Geschiedenis) daalde het inwonertal echter sterk: men vermeldt 7600 (3000 blanken, 600 kleurlingen en 4000 slaven) voor 1786 en 2591 voor 1817, waarvan "blanken 507, gecouleurde vrije lieden 336, slaven 1748". In 1850 bedroeg het inwonertal 1932, in 1890 1588 en in 1914 1437.[10]

Op Sint Eustatius zijn eigenlijk twee kernen: Oranjestad en Concordia-Golden Rock. Deze laatste buurt ligt bij het (enige) vliegveld, het F.D. Roosevelt Airport.

Bestuur

Het bestuur van het eiland bestaat uit een een eilandsraad en een bestuurscollege.

Historisch verloop zetelverdeling eilandsraad
Partij19911995199920032007201120152019*
Democratische Partij (DP)3323412-
Progressive Labour Party (PLP)---2102-
Sint Eustatius Alliance (SEA)2230----
United People's Coalition (UPC)-----11-
St. Eustatius Empowerment Party (STEP)-----10-
Statia Liberal Action Movement (SLAM)-----10-
Rueben Merkman (onafhankelijk)-----1--
Totaal5555555-
  • * Op het openbare lichaam Sint Eustatius werden op deze datum in verband met bestuurlijk ingrijpen door Nederland geen eilandsraadsverkiezingen gehouden

Eilandsraad

Samenstelling eilandsraad 2015:

  • Clyde van Putten - PLP
  • Richeline Leerdam - PLP
  • Rueben Merkman - UPC
  • Frini A. Spanner - DP
  • Koos Sneek - DP

Bestuurscollege

Bestuurscollege:

Referendum status van Sint Eustatius

In het referendum dat op 8 april 2005 op Sint Eustatius werd gehouden, koos de bevolking van het eilandgebied voor het behoud van de Nederlandse Antillen. Maar omdat alle andere eilanden de Nederlandse Antillen als staatkundige eenheid wilden verlaten, opteerde het eilandbestuur uiteindelijk voor rechtstreekse banden met Nederland.

Uitslag referendum 8 april 2005
OptieStemmenPercentage
A: behoud van de Nederlandse Antillen60576,6
B: rechtstreekse banden met Nederland16320,6
C: integratie in Nederland172,2
D: onafhankelijkheid50,6
Blanco en ongeldige stemmen?-
Opkomst79056,0

Op 11 oktober 2006 bereikte het toenmalige bestuurscollege van het eiland (samen met Saba en Bonaire) overeenstemming met Nederland over een nieuwe status als bijzondere gemeente.

Regeringscommissaris

Op 7 februari 2018 trad de Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius[11] in werking, die werd ingevoerd naar aanleiding van een rapport van een 'commissie van wijzen', bestaande uit Jan Franssen en Fredis Refunjol, waarin werd vastgesteld dat het bestuur op het eiland zijn taken op grove wijze veronachtzaamde. Er zou onder meer sprake zijn van wetteloosheid, financieel wanbeheer, machtsmisbruik en intimidatie.[12] Op grond van de wet werd de eilandsraad ontbonden, werden de eilandgedeputeerden van hun functies ontheven, en werd gezaghebber Julian Woodley van rechtswege ontslag verleend. In hun plaats werden Marcolino Franco en Mervyn Stegers als respectievelijk regeringscommissaris en plaatsvervangend regeringscommissaris benoemd. Zij moeten de orde op het eiland herstellen. Op weg naar normalisatie van de bestuurlijke verhoudingen werd in september 2019, anderhalfjaar na de ingreep, eilandsraadverkiezingen aangekondigd, te houden op 21 oktober 2020.[13] De nieuwe eilandsraad gaat voorlopig onder de regeringscommissaris functioneren en krijgt alleen een controlerende taak middels het vragenrecht, het interpellatierecht en de mogelijkheid om moties in te dienen.[14] Per 15 februari 2020 zijn als nieuwe regeringscommissaris en plaatsvervangend regeringscommissaris benoemd Marnix van Rij en Alida Francis.[15]

Economie en infrastructuur

De overheid (Rijksoverheid en openbaar lichaam Sint Eustatius) is de grootste werkgever op Sint Eustatius. De grootste private werkgever is NuStar Energy.

Petrochemische opslag

De olieterminal (een los- en opslagplaats voor aardolie) van het Amerikaanse bedrijf NuStar Energy is de belangrijkste economische pilaar op Sint Eustatius en wordt gebruikt voor de opslag van olie- en/of petrochemische producten. Vanuit olietanks worden deze producten meestal getransporteerd naar de olietankers ten behoeve van eindgebruikers of andere opslagfaciliteiten. De olietanks staan bovengronds en hebben vele portalen naar pijpleidingen voor het doorsluizen van de olieproducten. De terminal telt 56 tanks met een totale opslagcapaciteit van 13 miljoen vaten aardolie.

Toerisme

Toerisme is eveneens belangrijk en wordt gezien als de tweede economische pilaar, met name duiktoerisme. Sint Eustatius beschikt over diverse hotels en een internationale luchthaven, F.D. Roosevelt Airport, maar de mogelijkheden voor het opstijgen en landen zijn beperkt tot kleine vliegtuigen. Momenteel doen er twee luchtvaartmaatschappijen het eiland aan: Winair en Trans Anguilla Airways. De haven is niet geschikt voor grote cruiseschepen zodat er geen grote stromen toeristen naar het eiland kunnen komen.

Gedurende de jaren tachtig was het op Sint Eustatius bijzonder makkelijk een rijbewijs te verkrijgen, dat in Nederland kon worden omgewisseld voor een Nederlands rijbewijs, maar hieraan is in 1993 een eind gemaakt.

Haven

De ligging van Sint Eustatius is gunstig in het Caribisch gebied en heeft zich mede daardoor kunnen ontwikkelen tot een grote haven op het gebied van overslag van aardolie. De tankers leggen aan de pier van de terminal aan of blijven voor de kust liggen en worden aangesloten op twee drijvende afmeerpunten die met pijplijnen met de terminal zijn verbonden. De grootste olietankers, tot 520.000 dwt, kunnen olie afleveren dan wel geladen worden bij de terminal. Er zijn plannen om de haven te verzelfstandigen hetgeen van belang is voor de lokale en (Caribisch-)Nederlandse economie.

Luchthaven

F.D. Roosevelt Airport is het vliegveld op Sint Eustatius. Het vliegveld ligt in een vallei in het midden van het eiland en kan alleen worden aangedaan met kleinere vliegtuigen, waaronder de Twin Otter. Winair voert dagelijks meerdere vluchten uit naar Sint Maarten. De landingsbaan van het vliegveld is ongeveer 1300 meter lang. Het vliegveld is vernoemd naar Franklin Delano Roosevelt, de Amerikaanse president van wie voorouders in de 18de eeuw op het eiland woonden.

Elektriciteit en drinkwater

De Zonneweide van Sint Eustatius in 2016.

Het bedrijf Statia Utility Company N.V. verzorgt de elektriciteitsvoorziening van het eiland. Ook voorziet het in drinkwater per tankauto en op een deel van het eiland via een waterleidingnetwerk. De elektriciteitsvoorziening wordt in hoog tempo verduurzaamd. Tot 2016 werd er alleen maar elektriciteit opgewekt met dieselgeneratoren. In maart 2016 is een fotovoltaïsche zonneweide van 1,89 MWp in gebruik genomen die 23% van de gehele elektriciteitsvraag verzorgde. Deze is in november 2017[16] uitgebreid met nog eens 2,26 MWp, in totaal zijn er nu 13.310 zonnepanelen, goed voor een vermogen van 4,15 MWp. De zonnecentrale is gekoppeld aan een lithium-ion-accubuffer van 2,6 MW / 5,9 MWh die zowel de piekfluctuaties afvlakt, als het overschot aan stroomproductie van overdag opslaat en ‘s avonds levert. Op een zonnige dag kunnen de dieselgeneratoren van 9 tot 20 uur uit. De gehele centrale kan op jaarbasis 46% van de elektriciteit van het eiland als duurzame zonnestroom leveren.[17][18]

Natuur

De grijze koningtiran komt algemeen voor op Sint Eustatius
Antillenleguaan van Sint Eustatius in Diergaarde Blijdorp

Flora

De cactusfamilie komt voor met species als Melocactus intortus. Deze cactus is een meloencactussoort die voorkomt op de droge hellingen van de eilanden Sint Eustatius, Saba en Sint-Maarten. De plant Statia Morning Glory (Ipomoea sphenophylla Urban), een plantensoort uit de Windefamilie, is endemisch op het eiland en zeer zeldzaam. Er werd lange tijd gedacht dat de plant was uitgestorven. Coralita (Antigonon leptopus) is een geimporteerde Mexicaanse tuinplant uit de duizendknoopfamilie die verwilderd woekert op het eiland. In 2013 werd vastgesteld dat de Statia Milkweed (Gonolobus aloiensis) een endemische plant uit de maagdenpalmfamilie is die nergens anders voorkomt.[19]

Fauna

Sint Eustatius bevindt zich op de trekroute van bultrugwalvissen. Het strand "Zeelandia" is een beschermd gebied voor zeeschildpadden.

Op het eiland zijn vier soorten vleermuizen gevonden, de jamaicavruchtenvampier (Artibeus jamaicensis), Ardops nichollsi, Brachyphylla cavernarum en Molossus molossus. Er zijn voor zover bekend geen andere nog bestaande inheemse zoogdieren, ook niet fossiel.[20]

De inheemse antillenleguaan wordt bedreigd door de geïmporteerde groene leguaan. In 2018 werden vier antillenleguanen overgebracht naar Diergaarde Blijdorp voor een fokprogramma. Andere reptielen zijn de hierboven al vermelde zeeschildpadden, verder zijn er twee slangensoorten: de roodbuikgrasslang (Alsophis rufiventris) en de Leeward blindsnake (Antillotyphlops geotomus)[21], zijn er gekko's, ameiva- en anolishagedissen. De Sint Eustatius anolis (Anolis bimacutatus) komt ook voor op Nevis en Saint Kitts.

De bruine pelikaan, fregatvogel en roodsnavelkeerkringvogel nestelen op het eiland. Algemeen voorkomend is de grijze koningstiran (Tyrannus dominicensis vorax), het suikerdiefje en de granaatkolibrie.

Natuurparken

Het eiland kent een drietal natuurparken – op land en in zee. Twee ervan hebben de status van nationaal park. Ze worden beheerd door de stichting St Eustatius National Parks Foundation (STENAPA). Deze gebieden zijn aangemerkt als belangrijk vogelgebied.

Sint Eustatius National Marine Park

Het Sint Eustatius National Marine Park werd opgericht in 1996 en strekt zich uit rond het hele eiland van de hoge waterlijn tot 30 m diepte contour. Het park heeft een oppervlakte van 27,5 km² en beschermt een verscheidenheid aan habitats, met inbegrip van ongerepte koraalriffen, 18e-eeuwe scheepswrakken en moderne kunstmatige riffen om visserij en toerisme te bevorderen. Binnen het park zijn twee actief beheerde reservaten waarin vissen of verankering niet is toegestaan met als doelstelling om de instandhouding van de mariene biodiversiteit, bescherming van de visbestanden en bevordering van duurzaam toerisme. Naast regelmatig ligplaatsonderhoud (duik-, snorkel- en jachtsites), patrouilles en onderzoek werkt het Marine Park nauw samen met drie lokale duikcentra om ervoor te zorgen dat de duikpraktijken niet te veel effect hebben op het rif. Het krioelt er van de zeepaardjes, roggen, haaien en zeeschildpadden.

Quill - Boven National Park

Nationaal park Quill - Boven werd opgericht in 1997, is ruim 5 km² groot en bestaat uit twee delen: de slapende vulkaan zelf De Quill en Boven. Samen vormen zij ongeveer 26% van de omvang van het eiland. De Quill is begroeid met tropisch regenwoud. Boven is een heuvelachtig gebied, savanneachtig.

Miriam Schmidt Botanical Garden

Miriam Schmidt Botanical Garden werd opgericht in 1998. De tuin grenst aan het Quill National Park en strekt zich uit over de zuidelijke hellingen van de Quill.

Bekende mensen van Statiaanse afkomst

Zie ook

Zie de categorie Sint Eustatius van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.