Nordhorn

Nordhorn (Nederlands: Noordhoorn, Nedersaksisch: Nothoorn) is een Duitse stad en gemeente in het Landkreis Grafschaft Bentheim in de deelstaat Nedersaksen, vlak bij de Nederlandse grens bij Denekamp. Nordhorn telt 53.403 inwoners.[1] De gemeente is de Kreisstadt van het Grafschaft Bentheim.

Nordhorn
Stad in Duitsland

Situering
Deelstaat Nedersaksen
LandkreisGrafschaft Bentheim
Coördinaten52° 26 NB, 7° 4 OL
Algemeen
Oppervlakte149,64 km²
Inwoners (31-12-2018[1])53.403
(357 inw./km²)
Hoogte23 m
BurgemeesterThomas Berling (SPD)
Overig
Postcodes48527–48531
Netnummers05921, 05925 (Klausheide teilw.), 05926 (Hestrup), 05941 (Bimolten)
KentekenNOH
Gemeentenummer03 4 56 015
Websitewww.nordhorn.de
Locatie van Nordhorn in Grafschaft Bentheim
Portaal    Duitsland
Aanzicht
Klooster Frenswegen
Nordhorn, kerk

Geografie

De stad ligt in het uiterste zuidwesten van Nedersaksen en grenst direct met Nederland aan de gemeente Dinkelland in Overijssel. Dwars door de stad stroomt de Vecht (Duits: Vechte).

Infrastructuur

Hoewel de stad beschikt over een goed ontwikkeld wegennet van meer dan 500 km, blijkt dat het meest populaire vervoermiddel in Nordhorn de fiets (Nedersaksisch: Fietse) is. De voorliefde voor de fiets heeft geleid tot een uitgestrekt fietspadennetwerk waar met paddenstoelen de diverse richtingen worden bewegwijzerd. Tevens rijdt er een speciale 'Fietsenbus', een reguliere bus met daarachter een aanhanger voor fietsen.

Nordhorn beschikt over een eigen vliegveld, Nordhorn-Lingen, in het stadsdeel Klausheide.

Vanaf juli 2019 kunnen personen vanaf Station Nordhorn weer de trein nemen. Het station ligt aan de Bentheimer Eisenbahn, een spoorlijn tussen Bad Bentheim en het Nederlandse Coevorden. Met zijn 53.500 inwoners was Nordhorn tot 2019 na Herten de tweede grote Duitse stad zonder een spoorverbinding voor personenverkeer. De dichtstbijzijnde stations waren te vinden in Lingen en Bad Bentheim.

De stad ligt in de nabijheid van twee autosnelwegen, de A30 en de A31. Verder is Nordhorn via twee Bundesstraßen, de B403 en de B213, op het landelijke wegennet aangesloten. De stad ligt op het knooppunt van drie kanalen, het Süd-Nordkanaal, het Kanaal Almelo-Nordhorn en het Eems-Vechtkanaal. Door een initiatief van de vereniging Grafship, is in 2005 het Eems-Vechtkanaal weer vrijgegeven voor de scheepvaart. De maximum scheepslengte bedraagt 12 meter. De vrijgave van de beide andere kanalen moet nog plaatsvinden.

Stadsdelen van NordhornT

Nordhorn is ingedeeld in 17 stadsdelen c.q. stadsdistricten, te weten Altendorf, Bakelde, Bimolten, Blanke, Blumensiedlung, Bookholt, Brandlecht, Bussmaate, Frensdorf, Frenswegen, Hesepe, Hestrup, Hohenkörben, Klausheide, Neuberlin, Stadtflur en Streng.

Door gemeentelijke herindelingen is de oppervlakte van de gemeente toegenomen tot 14.959 hectare.

  • 25 juni 1921: uitbreiding met de gemeente Frensdorf
  • 1 april 1929: uitbreiding met de gemeente Frenswegen
  • 1 juli 1929: uitbreiding met de gemeenten Altendorf, Bakelde, en delen van de gemeenten Bookholt, Hesepe en Brandlecht
  • 1 maart 1974: uitbreiding met de gemeenten Bimolten, Hestrup, Höhenkörben, Klausheide, en het restant van de gemeenten Bookholt, Brandlecht en Hesepe.

Militaire infrastructuur

Bij Nordhorn ligt, ten oosten van de stad, de oefenplaats Nordhorn Range nabij het dorpje Klausheide. Hier oefenen piloten in het afwerpen van bommen. Na de Tweede Wereldoorlog werd deze oefenplaats in gebruik genomen door de Royal Air Force, die het beheer later heeft overgedragen aan de Duitse Bundeswehr. Al sinds ca. 1950 wordt er regelmatig gedemonstreerd tegen de geluidsoverlast en gevaren die de oefenplaats met zich meebrengt (in de zomer van 1971 bezetten omwonenden de oefenplaats korte tijd). Eind 2011 is echter besloten dat sluiting (nog) niet mogelijk is. De laatste jaren zijn er regelmatig Duitse Tornado's te vinden. In 2011 is de eurofighter ef2000 voor het eerst op de Range gesignaleerd, maar deze heeft nog geen bom- of schietoefeningen verricht.

Stedenbanden

Geschiedenis

Vroegste periode

De plek waar Nordhorn gesitueerd is, is bewoond vanaf de laatste ijstijd. Er zijn hiervan archeologische vondsten gedaan in Frensdorf, Bookholt, Altendorf, Hesepe en Bakelde.

Vanaf 12 v.Chr. tot 10 n.Chr. ondernamen de Romeinse veldheren Drusus, Tiberius, Germanicus en Varus in totaal 13 veldtochten naar het gebied waar toen nog vrije Germanen woonden. Deze tochten werden ondernomen vanuit het legerkamp bij Xanten. Vermoedelijk gebruikten de Romeinen de Vechtoever en zandpaden langs de moerasgebieden als heerbanen. Deze wegen werden later belangrijke handelsroutes die bijvoorbeeld Brussel, Deventer, Bremen en Hamburg verbonden.

Tegen het einde van de 4e eeuw, met het begin van de Volksverhuizing, drongen de Saksen naar het westen op. Zij verdreven de Tubanten verder westwaarts naar Twente. Na de verovering van het leefgebied van de Saksen door Karel de Grote ontstond de eerste grenslijn tussen de Franken en de Saksen als een binnengrens. Deze grens overleefde grotendeels de geschiedenis en vormt nu nog de grens met Nederland.

De eerste vermelding van Nordhorn dateert uit 900; in een register van het klooster Werden an der Ruhr wordt de plaats vermeld als Northhornon.

Rond het jaar 1180 verwierven de graven van Bentheim het gouwrecht over Nordhorn. Zij bouwden een burcht op een eiland in de Vecht. Op deze plaats lag ook het dorpje Nordhorn, dat in 1379 stadsrechten werd verleend door graaf Bernard I. Tot 1912 waren restanten van de burcht aanwezig. Ze zijn gesloopt om plaats te maken voor de St. Augustinuskerk.

Congres van Wenen en industrialisatie

De handel in Nordhorn was traditioneel op het westen gericht, maar werd in één klap stilgelegd als gevolg van de herindeling van Europa door het Congres van Wenen in 1814 en 1815. De staatsgrens werd namelijk tevens douanegrens.

In 1839 werd de industrialisatie van Nordhorn ter hand genomen na de oprichting van de eerste textielfabriek door Willem Stroink uit Enschede. In de fabriek werd katoen verwerkt. Andere fabrieken werden in 1864 door Jan van Delden en in 1851 door Josef Povel en Hermann Kistemaker geopend. Later werd er door Ernst Firnhaber, een apotheker en chemicus, de eerste kininefabriek van Duitsland opgericht. De ondernemers Ludwig Povel, Bernhard Rawe, Bernhard Niehues en Friedrich Dütting richtten nog een aantal textielfabrieken op, waarvan enkele nog de 21e eeuw haalden.

In de jaren 90 van de 19e eeuw werd Nordhorn aangesloten op een net van kunstmatige waterwegen. Via de Eems, het Dortmund-Eemskanaal en het Eems-Vechtkanaal werd steenkool uit het Ruhrgebied naar het textielcentrum getransporteerd. Met het Kanaal Almelo-Nordhorn verkreeg men aansluiting op het Nederlandse netwerk van kanalen. Met de aanleg van het Süd-Nordkanaal werd de turfwinning bediend. Tegenwoordig hebben deze kanalen hun betekenis voor de beroepsvaart verloren, maar worden ze veelvuldig gebruikt door de pleziervaart.

De Bentheimer Eisenbahn bracht Nordhorn in 1896 de aansluiting op het internationale spoorwegnet. Tijdens de economische crisis uit de jaren 20 vestigden vele werkzoekenden zich in Nordhorn. Tot 1939 steeg de bevolking tot 23.457, waarvan slechts 1/3 als natuurlijke toename (door geboorte) kan worden gezien. Dit leverde de plaats de bijnaam Klein Amerika op.

Geschiedenis vanaf 1933

Ook het Derde Rijk liet zijn sporen in Nordhorn na. De kleine joodse gemeente werd afgevoerd naar de vernietigingskampen. De Synagoge werd vernietigd, waaraan nu een monument herinnert in de straat waar de Synagoge stond. De oude handelswegen werden door de Duitse Wehrmacht gebruikt om vanuit Nordhorn op 10 mei 1940 Nederland binnen te vallen. Na de oorlog werden vele Heimatvertriebene (vluchtelingen) uit Oost-Pruisen, West-Pruisen en Silezië opgenomen in Nordhorn. De stad groeide hierdoor spoedig naar meer dan 40.000 inwoners.[1]

Demografie

Voor de bevolkingsontwikkeling is elke peildatum 31 december van het betreffende jaar

Jaar Bevolking
1815 980
1851 1356
1864 1500
1895 2041
1900 3000
1929 18.000
1933 20.000
1961 39.449
1980 48.500
1990 49.000
1996 49.000
1997 51.500
1998 51.809
2000 51.855
2001 51.974
2002 52.479
2003 52.479
2004 53.105
2005 53.456
2006 53.608
2007 53.655
2008 53.791
2009 53.747
2011[2] 52.085

Economie

Handel, handwerk en landbouw waren tot halverwege de 19e eeuw de belangrijkste economische pijlers van de regio. De scheepvaart op de Vecht, het Eems-Vechtkanaal, het Kanaal Almelo-Nordhorn, het Süd-Nord kanaal en het Coevorden-Piccardiekanaal, maar ook het vervoer met paarden, waren de belangrijkste transportmiddelen. Zo is de Bentheimer zandsteen die gebruikt is voor het Paleis op de Dam in Amsterdam via de haven van Nordhorn verscheept. Vanaf 1839 kwam de textielindustrie in Nordhorn op toen Willem Stroink uit Enschede de eerste mechanische weverij opende in de plaats. In de daarop volgende jaren ontwikkelde Nordhorn zich tot een belangrijk textielcentrum.

De industrialisatie van de plaats had tot gevolg dat de bevolking groeide van 2540 (in 1903) tot 18.104 inwoners in 1930. Op het hoogtepunt van de textielindustrie woonden er 50.000 inwoners in de stad. De huidige stand is ongeveer 53.500 inwoners, waaronder ca. 1000 Nederlanders.

De grootste textielfabriek, Nino, had op het hoogtepunt 6000 medewerkers in dienst. Tot in de jaren 80 behoorde dit bedrijf tot de top in de Europese textielindustrie. In deze tijd werd samengewerkt met de topcouterier Karl Lagerfeld en de topfotograaf Helmut Newton. Van de drie grootste textielbedrijven uit die tijd - Nino, Povel en Rawe - bestaat er thans geen enkele meer.

Sinds de achteruitgang van de textielindustrie zijn er enkele nieuwe bedrijven naar Nordhorn gekomen, maar het verlies aan arbeidsplaatsen kon hier niet door worden goedgemaakt.

Bij Nordhorn is een aantal grote winkelcentra gevestigd, de Vechte Arkaden, waardoor de plaats twee maal zoveel winkeloppervlakte heeft als de gemiddelde inwoner van Duitsland. In april 2007 werd een groot winkelcentrum geopend aan de rand van de stad, nabij de voormalige textielfabriek.

Bezienswaardigheden

Nordhorn bezit een veelzijdig cultuurcentrum met onder andere een gemeentelijke kunstgalerie.

Geboren

Bekende bewoner

Trivia

Niet te verwarren met

Een stadsdeel van de stad Gütersloh, ten noorden van het centrum van die plaats, heet ook Nordhorn. In deze stadswijk staan de fabrieken van het Miele-concern.

Zie de categorie Nordhorn van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.