Parelgras-beukenbos

Het parelgras-beukenbos (Melico-Fagetum) is een associatie uit de klasse van de eiken- en beukenbossen op voedselrijke grond, een bosplantengemeenschap die voorkomt op voedselrijke, kalkhoudende lemige bodems, en gekenmerkt wordt door de dominantie van beuk en een zeer diverse voorjaarsflora.

Parelgras-beukenbos
Parelgras-beukenbos met lievevrouwebedstro en eenbloemig parelgras
Syntaxonomische indeling
Klasse:Querco-Fagetea (Klasse van de eiken- en beukenbossen op voedselrijke grond)
Orde:Fagetalia sylvaticae (Orde van de voedselrijke eiken-beukenbossen)
Verbond:Fagion sylvaticae (Beuken-verbond)
Associatie
Melico-Fagetum
Lohm. in Seib., 1954

Deze associatie is in Nederland onbekend, en in Vlaanderen zeldzaam. Ze komt meer voor in Wallonië.

Naamgeving, etymologie en codering

  • Synoniem: Hordelymo-Fagetum Kuhn 1937
  • Frans: Hêtraie à Mélique
  • Duits: Perlgras-Buchenwald
  • EUNIS 2007-code: G1.63 : Medio-European neutrophile beech forests
  • Natura 2000-code: 9130 - Beukenbossen van het type Asperulo-Fagetum
  • BWK-karteringseenheid: Beukenbos met parelgras en lievevroeuwebedstro (fm)

De naam Melico-Fagetum is afgeleid van de wetenschappelijke namen van twee belangrijke soorten binnen deze klasse, het eenbloemig parelgras (Melica uniflora) en de beuk (Fagus sylvatica).

Kenmerken

Algemeen

Het parelgras-beukenbos omvat oude, zeer structuur- en soortenrijke bossen, kenmerkend voor droge tot matig natte stenige en kalkhoudende leembodems, met een pH-neutrale bodem en een goed verteerbare, sterk gemineraliseerde humuslaag.

Structuur

Het parelgras-beukenbos is een hoog opgaand loofbos. De struiklaag is matig ontwikkeld, met een groot aandeel van hazelaar. De kruidlaag kan bijzonder soortenrijk zijn en telt vooral veel voorjaarsbloeiers, terwijl de moslaag minder opvallend aanwezig is.

Soortensamenstelling

Beuk
Gewone es
Haagbeuk
Hazelaar
Klimop
Eenbloemig parelgras
Lievevrouwebedsto
Wrangwortel
Ruig klokje
Spekwortel
Vogelnestje

Het parelgras-beukenbos heeft voor België geen specifieke kensoorten, enkel een aantal indicatieve kensoorten.

In de boomlaag zijn de beuk, de gewone es en de zomereik frequent voorkomend. De beuk is dikwijls de dominante boomsoort.

De struiklaag is divers, met vooral hazelaar frequent voorkomend en abundant, met daarnaast de eenstijlige meidoorn, de rode kornoelje en de spaanse aak.

De kruidlaag is zeer divers, met talrijke soorten die ook in het eiken-haagbeukenbos voorkomen. Typische soorten voor het parelgras-beukenbos zijn het naamgevende eenbloemig parelgras en het lievevrouwebedstro, die echter niet steeds voorkomen.

De voor België en Nederland belangrijkste soorten zijn:

Boomlaag
Kensoort Diff.soort Presentie Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Opmerking
>80% Gewone es Fraxinus exelsior
>40% Beuk Fagus sylvatica
>40% Zomereik Quercus robur
>20% Tamme kastanje Castanea sativa
>20% Haagbeuk Carpinus betulus
>20% Noorse esdoorn Acer platanoides
>20% Zoete kers Prunus avium
Gewone esdoorn Acer pseudoplatanus
Struiklaag
Kensoort Diff.soort Presentie Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Opmerking
>40% Hazelaar Corylus avellana
>40% Eenstijlige meidoorn Crataegus monogyna
>40% Rode kornoelje Cornus sanguinea
>40% Spaanse aak Acer campestre
>20% Eenstijlige meidoorn Crataegus monogyna
>20% Gewone vlier Sambucus nigra
>20% Gelderse roos Viburnum opulus
>20% Bosroos Rosa arvensis
>20% Wilde kardinaalsmuts Evonymus europaeus
Kruidlaag
Kensoort Diff.soort Presentie Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Opmerking
>80% Klimop Hedera helix
>60% Gevlekte aronskelk Arum maculatum
>60% Geel nagelkruid Geum urbanum
>60% Grote brandnetel Urtica dioica
>60% Boskortsteel Brachypodium sylvaticum
>60% Gewone braam Rubus fruticosus
>40% Robertskruid Geranium robertianum
>40% Kleefkruid Galium aparine
>40% Bosrank Clematis vitalba
>20% Groot heksenkruid Circaea lutetiana
>20% Kruisbes Ribes uva-crispa
>20% Look-zonder-look Alliaria petiolata
>20% Bosandoorn Stachys sylvatica
>20% Gele dovenetel Galeobdolon luteum
>20% Heelkruid Sanicula europaea
>20% Muurhavikskruid Hieracium murorum
>20% Muursla Mycelis muralis
>20% Grote veldbies Luzula sylvatica
>20% Schaduwgras Poa nemoralis
>20% Gewone hennepnetel Galeopsis tetrahit
>20% Gespleten hennepnetel Galeopsis bifidus
>20% Dauwbraam Rubus caesius
Lievevrouwebedstro Galium odoratum
Eenbloemig parelgras Melica uniflora
Wrangwortel Helleborus viridis
Ruig klokje Campanula trachelium
Spekwortel Tamus communis
Amandelwolfsmelk Euphorbia amygdaloides
Boszegge Carex sylvatica
Donkersporig bosviooltje Viola reichenbachiana
Bosgierstgras Milium effusum
Gewone salomonszegel Polygonatum multiflorum
Bosanemoon Anemone nemorosa
Witte klaverzuring Oxalis acetosella
Wilde hyacint Hyacinthoides non-scripta
Vogelnestje Neottia nidus-avis
Moslaag;

Geen kensoorten.

Biologische Waarderingskaart

In de Biologische Waarderingskaart (BWK) van Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest staat deze associatie bekend als beukenbos met parelgras en lievevrouwebedstro (fm).

Het betreft vooral oude bossen op rijke, kalkhoudende leembodems met een sterk gemineraliseerde humuslaag, gekenmerkt door een zeer rijke voorjaarsflora gedomineerd door lievevrouwebedstro en eenbloemig parelgras. De boomlaag bestaat vooral uit beuk.

Dit vegetatietypes staat gewaardeerd als 'Biologisch zeer waardevol'.

Verspreiding en voorkomen

Het parelgras-beukenbos heeft een Midden-Europees verspreidingsgebied.

In Nederland komt het niet voor. In Vlaanderen komt het fragmentarisch voor in de Voerstreek, de Vlaamse Ardennen, het Hallerbos en het Park van Tervuren in de regio Brussel.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.