Verbond van els en gewone vogelkers

Het verbond van els en gewone vogelkers (Alno-Padion) is een verbond van de klasse van de eiken- en beukenbossen op voedselrijke grond (Querco-Fagetea), een groep van bosplantengemeenschappen die voorkomt op jonge, voedselrijke bodems met een goede watervoorziening en die gekenmerkt wordt door een zeer rijke structuur en biodiversiteit.

Verbond van els en gewone vogelkers
Verbond van els en gewone vogelkers met zwarte els en onderbegroeiing
Syntaxonomische indeling
Klasse:Querco-Fagetea (Klasse van de eiken- en beukenbossen op voedselrijke grond)
Orde:Fagetalia sylvaticae (Orde van de voedselrijke eiken-beukenbossen)
Verbond
Alno-Padion
Noirfalise, 1984

Het verbond telt in België en Nederland vijf onderliggende associaties in twee onderverbonden.

Naamgeving, etymologie en codering

  • Frans: Forêts alluviales à Alnus glutinosa et Fraxinus excelsior
  • Duits: Erlen- und Eschenwälder und Weichholzauenwälder an Fließgewässern
  • Engels: Alluvial forests with Alnus glutinosa and Fraxinus excelsior
  • Syntaxoncode (Nederland): 43Aa

De naam Alno-Padion is afgeleid van de wetenschappelijke naam van een belangrijke soort binnen deze klasse, de zwarte els (Alnus glutinosa) en de gewone vogelkers (Prunus padus).

Kenmerken

Algemeen

Het verbond van els en gewone vogelkers omvat hoog opgaande, zeer goed gestructureerde gemengde zomergroene loofbossen op jonge, voedselrijke bodems met een goede vochtvoorziening. De bodem kan periodisch overstromen of kent een zeer variabele grondwaterspiegel en wordt daardoor continu verrijkt. Organisch materiaal (humus) wordt snel afgebroken.

Structuur

Het verbond van els en gewone vogelkers kent in de Lage Landen een duidelijk gelaagde structuur met een hoog opgaande boomlaag, met dominantie van loofbomen, een zeer goed ontwikkelde en soortenrijke struiklaag, een kruidlaag met een voorjaarsbloeiers en ruigtekruiden en een eveneens goed ontwikkelde moslaag.

Onderverdeling

Het verbond van els en gewone vogelkers heeft als vertegenwoordigers in België en Nederland:

De twee onderverbonden wijzen vooral op verschillen in de bodemsamenstelling, en kunnen gemakkelijk onderscheiden worden.

Onderverbond Ulmenion carpinifoliae

Een onderverbond typisch voor klei- en leemgronden, soms op zandgronden, en met als kensoorten de gladde iep (Ulmus minor, syn. U. carpinifolia), de gewone esdoorn, de paardenkastanje, en voorjaarsbloeiers als het sneeuwklokje, de wilde hyacint en de bostulp. De syntaxoncode voor Nederland is 43Aa'.

Onderverbond Circaeo-Alnenion

Een onderverbond dat vooral voorkomt op vochtige tot natte, humeuze zandgronden in beekvalleien, dikwijls direct bevloeid door de beek of door basenrijk grondwater, en met als kensoorten de zwarte els (Alnus glutinosa), de gelderse roos, de wilde kamperfoelie, de framboos , de gewone engelwortel en de wijfjesvaren. De syntaxoncode voor Nederland is 43Aa".

Romp- en derivaatgemeenschappen

Het verbond telt een tiental rompgemeenschappen, vegetatietypes die enkel kensoorten en differentiërende soorten bezit van een hoger syntaxonomisch niveau dan de associatie, samen met nog begeleidende soorten. Drie rompgemeenschappen worden hier verder beschreven.

Rompgemeenschap van fluitenkruid

De rompgemeenschap van fluitenkruid (Anthriscus sylvestris -[Ulmenion carpinifoliae]) is een rompgemeenschap van het onderverbond Ulmenion carpinifoliae. Het is een jonge gemeenschap op eerder lichte bodem, vooral te vinden in populierenaanplant op de landzijde van rivierdijken, waarvan de ondergroei regelmatig wordt gemaaid.

De ondergroei wordt gedomineerd door fluitenkruid (Anthriscus sylvestris), in de lente vergezeld door gewoon speenkruid. Ook grote brandnetel, kleefkruid, hondsdraf en gewone berenklauw komen frequent voor. De boomlaag bestaat vooral uit canadapopulier, gewone es en gladde iep.

De syntaxoncode voor Nederland is 43RG01.

Rompgemeenschap van grote brandnetel

De rompgemeenschap van grote brandnetel (Urtica dioica-[Ulmenion carpinifoliae]) is eveneens een rompgemeenschap van het onderverbond Ulmenion carpinifoliae. Het komt voor op goed gedraineerde of hogergelegen plaatsen in valleigronden en in zoetwatergetijdegebieden. Het zijn meestal jonge gemeenschappen, ontstaan als aanplantingen van wilg of populier, of uit voormalige wilgenopslag die is afgesneden van de onmiddellijke invloed van het rivierwater.

De grote brandnetel (Urtica dioica) is steeds aanwezig en dikwijls dominant. De gemeenschap kan van andere onderscheiden worden door de aanwezigheid van wilgen als schietwilg, amandelwilg en katwilg in de boom- en struiklaag, stikstofminnende soorten als grote brandnetel(Urtica dioica), dauwbraam, haagwinde, gewone smeerwortel, kleefkruid, hondsdraf en ruw beemdgras en moerasplanten als lidrus, moerasspirea, liesgras, bitterzoet, grote kattenstaart in de ondergroei.

De syntaxoncode voor Nederland is 43RG03, BWK-karteringseenheden voor Vlaanderen is het nitrofiel alluviaal elzenbos (vn).

Gemeenschap van canadapopulier en schaafstro

De gemeenschap van canadapopulier en schaafstro (Urtica dioica-[Circaeo-Alnenion]) is een rompgemeenschap van het onderverbond Circaeo-Alnenion. Het is te vinden als populierenaanplant op de landzijde van dijken langs de grote rivieren en in kleinere beekvalleien, op natte, lemige, kleiige of venige bodems. Het ontstaat ook spontaan in gedraineerde elzenbroeken.

Ook hier is de grote brandnetel (Urtica dioica) zeer abundant tot dominant. Differentiërende soorten tegenover andere rompgemeenschappen in het onderverbond zijn de zwarte els in de boomlaag, gelderse roos, hazelaar, gewone vlier, gewone vogelkers en wilde lijsterbes in de struiklaag en wilde kamperfoelie, framboos, wijfjesvaren, ijle zegge, ruwe smele, koninginnenkruid, hop, gewone braam, dagkoekoeksbloem, bosandoorn, drienerfmuur, schaduwgras, kleefkruid, hondsdraf en ruw beemdgras in de kruidlaag.

De syntaxoncode voor Nederland is 43RG02, BWK-karteringseenheden voor Vlaanderen is eveneens het nitrofiel alluviaal elzenbos (vn).

Soortensamenstelling

Gladde iep
Zwarte els
Gewone vogelkers
Gelderse roos
Bloedzuring
Dagkoekoeksbloem
Reuzenzwenkgras
Schaafstro
Bosgeelster

Het verbond heeft als belangrijkste kensoorten in België en Nederland de gewone vogelkers, het reuzenzwenkgras, de bloedzuring en de dagkoekoeksbloem.

Het kan onderscheiden worden van het haagbeuken-verbond, de climax-vegetatie, door de aanwezigheid van onder andere de grote brandnetel, het zevenblad, hondsdraf en de kruipende boterbloem.

De kensoorten en differentiërende soorten voor België en Nederland zijn:

Boomlaag;
Kensoort Diff.soort Presentie Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Opmerking
kV Gewone esdoorn Acer pseudoplatanus Onderverbond Ulmenion carpinifoliae
kV Gladde iep Ulmus minor Onderverbond Ulmenion carpinifoliae
kV Paardenkastanje Aesculus hippocastanum Onderverbond Ulmenion carpinifoliae
kV Zwarte els Alnus glutinosa Onderverbond Circaeo-Alnenion
Struiklaag
Kensoort Diff.soort Presentie Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Opmerking
kV 20>50% Gewone vogelkers Prunus padus
kV Gelderse roos Viburnum opulus Onderverbond Circaeo-Alnenion
Kruidlaag
Kensoort Diff.soort Presentie Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Opmerking
kV 0>40% Bloedzuring Rumex sanguineus
kV 0>40% Dagkoekoeksbloem Silene dioica
kV 0>30% Reuzenzwenkgras Festuca gigantea
kV Hondstarwegras Elymus caninus
kV Schaafstro Equisetum hyemale
kV Bosgeelster Gagea lutea
kV Bosklimopereprijs Veronica hederifolia subsp. lucorum Onderverbond Ulmenion carpinifoliae
kV Gewoon sneeuwklokje Galanthus nivalis Onderverbond Ulmenion carpinifoliae
kV Wilde hyacint Hyacinthoides non-scripta Onderverbond Ulmenion carpinifoliae
kV Italiaanse aronskelk Arum italicum Onderverbond Ulmenion carpinifoliae
kV Bostulp Tulipa sylvestris Onderverbond Ulmenion carpinifoliae
kV Holwortel Corydalis cava Onderverbond Ulmenion carpinifoliae
kV Wilde kamperfoelie Lonicera periclymenum Onderverbond Circaeo-Alnenion
kV Framboos Rubus idaeus Onderverbond Circaeo-Alnenion
kV Gewone engelwortel Angelica sylvestris Onderverbond Circaeo-Alnenion
kV Wijfjesvaren Athyrium felix-femina Onderverbond Circaeo-Alnenion
kV Pinksterbloem Cardamine pratensis Onderverbond Circaeo-Alnenion
kV IJle zegge Carex remota Onderverbond Circaeo-Alnenion
kV Ruwe smele Deschampsia cespitosa Onderverbond Circaeo-Alnenion
kV Moerasspirea Filipendula ulmaria Onderverbond Circaeo-Alnenion
kV Echte valeriaan Valeriana officinalis Onderverbond Circaeo-Alnenion
kV Grote kattenstaart Lythrum salicaria Onderverbond Circaeo-Alnenion
kV Koninginnenkruid Eupatorium cannabinum Onderverbond Circaeo-Alnenion
kV Groot springzaad Impatiens noli-tangere Onderverbond Circaeo-Alnenion
kV Grote wederik Lysimachia vulgaris Onderverbond Circaeo-Alnenion
dV Grote brandnetel Urtica dioica t.o.v. Haagbeuken-verbond
dV Zevenblad Aegopodium podagraria t.o.v. Haagbeuken-verbond
dV Hop Humulus lupulus t.o.v. Haagbeuken-verbond
dV Ruw beemdgras Poa trivialis t.o.v. Haagbeuken-verbond
dV Hondsdraf Glechoma hederacea t.o.v. Haagbeuken-verbond
dV Kruipende boterbloem Ranunculus repens t.o.v. Haagbeuken-verbond
Moslaag

Geen kensoorten

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.