Humus

Humus is het traag afbreekbare deel van organische stof in de bodem. Het gaat hierbij om dood materiaal, van plantaardige en in mindere mate van dierlijke oorsprong (uitscheidingen van bodemfauna), waarbij de specifieke celstructuur van de oorspronkelijke bestanddelen door eerdere biologische afbraak reeds verloren is gegaan. Dit gehomogeniseerde karakter onderscheidt humus van de strooisellaag.

'Humus' wordt ook wel abusievelijk als synoniem gebruikt voor "compost" en "teelaarde". Compost is echter het eindproduct van een door mensen gecontroleerd biologisch afbraakproces. Teelaarde is ook wel bekend als tuinaarde of tuingrond.

Humus kan in soorten worden onderverdeeld op grond van meerdere criteria: chemische samenstelling; mate van afbreekbaarheid; structuur in samenhang met het milieu waarin een bepaalde humuslaag zich heeft gevormd.

Chemische samenstelling

De indeling naar chemische extraheerbaarheid berust op verschillen in oplosbaarheid van de bestanddelen van humus bij verschillende pH's. Humus wordt onderverdeeld in humine, fulvozuren, hymatomelaanzuur en grijze en bruine humuszuren.
De verschillende humuszuren kunnen een rol spelen bij de uitloging en transport (verspreiding) van verontreinigingen (o.a. zware metalen) in de bodem door middel van complexering en adsorptie.

Afbreekbaarheid

Bij de indeling naar afbreekbaarheid onderscheidt men:

  • actieve, onbestendige of voedingshumus, en
  • passieve, inerte of bestendige humus.

Voedingshumus bestaat uit gemakkelijk afbreekbare plantenresten die nog niet in echte humus zijn omgezet. Bij het afbraakproces door bodemfauna en schimmels van voedingshumus komen, via meerdere tussenstappen, de voor planten onmisbare elementen stikstof (N) in de vorm van nitraat, fosfor (P) in de vorm van fosfaat, en zwavel (S) in de vorm van sulfaat, vrij in de bodem. Vervolgens nemen de planten, via hun wortels, deze in het bodemvocht opgeloste voedingszouten op. Dit via biologische afbraak vrijkomen van anorganische verbindingen: koolstofdioxide, water en (anorganische) voedingszouten (mineralen) uit organisch materiaal heet mineralisatie.

Bestendige humus bestaat uit humusmoleculen en is meestal verbonden met de minerale delen van de grond: zand, klei, lutum (niet te verwarren met de zo even genoemde voedingszouten/mineralen). Deze humus wordt zeer langzaam afgebroken en kan zeer oud zijn (> 1000 jaar).

Vorm en ontstaanswijze

Regenwormen spelen een belangrijke rol bij de vorming van mull

Humus kan ook worden ingedeeld naar het ontstaansmilieu.

  • In een terrestrisch (op land) milieu onderscheidt men:
    • mull - een mechanisch (zonder chemische hulpmiddelen) niet te scheiden homogeen mengsel van organische stof, en lutum, typisch voor chemisch rijkere gronden
    • bruine moder - een vorm zonder innige menging van organisch en mineraal materiaal, met veel kleine uitwerpselen van bodemfauna, typisch voor zandgronden
    • zwarte moder - een vorm met, naast moder, nogal wat amorfe humus
    • ruwe humus of mor - overwegend amorfe humus, dat zich tussen zandkorrels bevindt, typisch voor zure, arme gronden met weinig bodemontwikkeling
  • In een semi-terrestrisch (half-nat) milieu:
    • anmoor - ontstaat daar waar nog geen veenvorming is
  • In een aquatisch (nat) milieu:

Literatuur

  • Locher, W.P. en H. de Bakker. 1990. Bodemkunde van Nederland, deel 1 Algemene Bodemkunde, Malmberg, Den Bosch

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.