wiet

Niet te verwarren met: wied

Nederlands
Cannabis sativa
Uitspraak
  • Geluid:  wiet    (hulp, bestand)
  • IPA: /ʋit/
Woordafbreking
  • wiet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wiet -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

wiet m

  1. (plantkunde) Cannabis sativa een softdrug die bestaat uit gedroogde hennep
    • Je moet echt stoppen met het roken van wiet! 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
    1. een softdrug die bestaat uit gedroogde hennep   

Gangbaarheid
  • Het woord wiet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen
  1. etymologiebank.nl


Limburgs
Uitspraak
  • IPA: /(x)wi(ː)t/ (Etsbergs)

Bijvoeglijk naamwoord

wiet

  1. (kleur) wit.

Zelfstandig naamwoord

wiet o

  1. (kleur) wit.
Verbuiging
enkelvoud meervoud
geheel gemuteerd verkleind gemuteerd verkleind geheel gemuteerd verkleind gemuteerd verkleind
nominatief wiet---wieter---
genitief wiets---wieter---
locatief wietes---wietese---
datief wiete---wieter---
accusatief wiet---wieter---
Synoniemen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.