hennep
Nederlands
Woordafbreking
- hen·nep
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Scythisch of Thracisch, in de betekenis van ‘plant’ voor het eerst aangetroffen in 1343 [1]
- van Middelnederlands hennep [2][3]; meer informatie op aparte pagina
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hennep | - |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
hennep m
- (plantkunde) plant uit de hennepfamilie Cannabis sativa
van wiens vezels zeer veel produkten kunnen worden vervaardigd o.a. touw, papier, canvas en textiel
- "Het is een ander soort hennep dan die waar je high van wordt. Dit gewas wordt voor allerlei toepassingen gebruikt: isolatiemateriaal, meubels, kleding, papier, als absorberende strooisels in dierenvertrekken. Het is zelfs een superfood: die zaden zitten vol omega-vetzuren, antioxidanten, ijzer, eiwitten en vezels. Je kunt er eigenlijk alles van maken. [4]
- genotmiddel vervaardigd uit de (variëteit indica) van deze familie
Hyponiemen
- benthennep, braakhennep, gambohennep, kiphennep, manillahennep, netelhennep, waterhennep
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord hennep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hennep' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "hennep" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- hennep op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- www.parool.nl 18 AUGUSTUS 2018
Middelnederlands
Woordherkomst en -opbouw
- gaat via het Germaans mogelijk terug op de Scythische naam die door Herodotus als 'kannabis' wordt weergegeven [1][2]; meer informatie op hennep/etymologie
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.