editie
Nederlands
![](../I/m/Jubileum_editie_50_jaar_Haagsche_Courant%2C_6_april_1933.jpg)
speciale editie van de Haagsche Courant
Woordafbreking
- edi·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘uitgave’ voor het eerst aangetroffen in 1546 [1]
- afgeleid van het Franse édition of daarvoor van het Latijnse 'editio' (bericht, uitgave (van een boek)) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | editie | edities |
verkleinwoord | editietje | editietjes |
Zelfstandig naamwoord
editie v [3]
- uitgave, druk van een boek, krant of ander informatiemedium
- Turkije heeft woensdagavond de websites van de Europese en Amerikaanse edities van de krant Zaman geblokkeerd. [4]
Hyponiemen
|
|
|
|
|
Gangbaarheid
- Het woord editie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'editie' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.