reeks

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • reeks
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘rij’ voor het eerst aangetroffen in 1613 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord reeks reeksen
verkleinwoord (reeksje) (reeksjes)

Zelfstandig naamwoord

reeks v/m

  1. een opeenvolgende rij van gebeurtenissen
    • De reeks moorden maakte de mensen erg bang. 
  1. (wiskunde) een opeenvolgende rij van getallen
    • Rekenen met reeksen is meestal niet eenvoudig. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord reeks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen


Afrikaans

Uitspraak
  • geluid 
enkelvoud meervoud
naamwoord reeks reekse

Zelfstandig naamwoord

reeks

  1. (wiskunde) reeks
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.