bedrag

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·drag
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘geldsom’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1288 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord bedrag bedragen
verkleinwoord bedragje bedragjes

Zelfstandig naamwoord

bedrag o

  1. som geld, geldsom
    • Ik heb een aanzienlijk bedrag op mijn rekening staan. 
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bedrag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.