uitgifte

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·gif·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van uitgeven met het achtervoegsel -te
enkelvoud meervoud
naamwoord uitgifte uitgiften
uitgiftes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

uitgifte v [1]

  1. het uitgeven
  2. officieel afschrift
Hyponiemen
  • aandelenuitgifte, bonusuitgifte, gelduitgifte, gronduitgifte, heruitgifte, kapitaaluitgifte, toonbankuitgifte, vervolguitgifte
Afgeleide begrippen
  • uitgifteband, uitgiftebeleid, uitgiftedatum, uitgiftekantoor, uitgiftekoers, uitgiftepremie, uitgifteprijs, uitgiftepunt

Gangbaarheid

  • Het woord uitgifte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.