turf

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  turf    (hulp, bestand)
  • IPA: /tʏrf/
Woordafbreking
  • turf
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘veen als brandstof’ voor het eerst aangetroffen in 1200 [1]
  • [4, 5] Herkomst: Bargoens [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord turf turven
verkleinwoord turfje turfjes

Zelfstandig naamwoord

turf m

  1. veen als brandstof
  2. dik boek
  3. groep van vijf streepjes
  4. (Jiddisch-Hebreeuws) gestolen goed
  5. (Jiddisch-Hebreeuws) geld, portemonnee
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
turven

turf

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van turven
    • Ik turf. 
  2. gebiedende wijs van turven
    • Turf! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van turven
    • Turf je? 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord turf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

turf m

  1. (spreektaal) klus, karwei
  1. «C'est vraiment pas mon turf
    Da's echt niet mijn pakkie-an. [1]
  2. (spreektaal) tippelen, prostitutie [1]

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.