veen

Nederlands

Uitspraak

Geluid: veen (hulp, bestand)
IPA: /ven/

Woordafbreking

veen

Woordherkomst en -opbouw

In de betekenis van ‘grondsoort’ voor het eerst aangetroffen in 1103 [1] [2]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	veen	venen
verkleinwoord	veentje	veentjes

Zelfstandig naamwoord

veen o

terreintype, waarvan het karakter wordt bepaald door ophoping van plantenresten onder natte omstandigheden; venen kunnen zowel door grondwater (matige zuurgraad, laagveen) als regenwater (hoge zuurgraad, hoogveen) gevoed worden
een grondsoort, ontstaan uit dit soort terreinen

Hyponiemen

basisveen
bosveen

bovenveen
etveen
hoogveen

koelveen
komveen
laagveen

moerasveen
trilveen
turfveen

Afgeleide begrippen

veenaarde
veenachtig
veenarbeider
veenbaas
veenbes
veenboekweit
veenboer
veenbonk

veenboor
veenbrand
veendamp
veenderij
veengebied
veengenoot
veengraverij
veengrond

veenklooster
veenkoloniaal
veenkolonie
veenlaag
veenland
veenlijk
veenman
veenmoeras

veenmol
veenmos
veenontginning
veenoord
veenplaats
veenplas
veenpluis
veenpolder
veenput

veenraad
veenreukgras
veenrook
veenschap
veenwater
veenweg
veenweide
veenwortel
vervenen

Vertalingen

1. grondsoort

Duits: Torf ^(de) m
Engels: peat ^(en)

2. gebied

Engels: bog ^(en) (regenwaterafhankelijk)
Engels: fen ^(en) (grondwaterafhankelijk)

Gangbaarheid

Het woord veen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'veen' herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
93 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.