brandstof
Nederlands
Woordafbreking
- brand·stof
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van brand ww en stof
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brandstof | brandstoffen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
brandstof v/m
- stof waaruit door middel van verbranding of een ander chemisch proces energie wordt gewonnen
- Waterstof heeft de toekomst als energiebesparende brandstof.
- Voedsel is brandstof voor het lichaam.
Hyponiemen
- biobrandstof, dieselbrandstof, kernbrandstof, motorbrandstof, transportbrandstof, vliegtuigbrandstof
Afgeleide begrippen
- brandstofcel, brandstofelement, brandstofinjectie, brandstofmeter, brandstofmotor, brandstofpomp, brandstoftank, brandstoftoeslag, brandstofverbruik
Vertalingen
1. stof waaruit door middel van verbranding of een ander chemisch proces energie wordt gewonnen
|
|
Gangbaarheid
- Het woord brandstof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'brandstof' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.