prostitutie
Nederlands
Woordafbreking
- pros·ti·tu·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘seksueel verkeer als beroep’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1797 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prostitutie | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
prostitutie v
- het tegen betaling ter beschikking stellen van het lichaam voor het seksuele genot van een ander
Vertalingen
1. het tegen betaling ter beschikking stellen van het lichaam voor het seksuele genot van een ander
|
|
Gangbaarheid
- Het woord prostitutie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'prostitutie' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.