transparant

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trans·pa·rant
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘doorzichtig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1663 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord transparant transparanten
verkleinwoord transparantje transparantjes

Zelfstandig naamwoord

transparant o

  1. folie uit plastiek waarop tekst, figuren en foto's worden aangebracht ter ondersteuning van een spreekbeurt of presentatie
Verwante begrippen
Vertalingen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen transparanttransparantertransparantst
verbogen transparantetransparanteretransparantste
partitief transparantstransparanters-

Bijvoeglijk naamwoord

transparant

  1. lichtdoorlatend
    • Langs de snelweg staan geluidswerende, transparante schermen. 
  1. doorschijnend of doorzichtig
  2. (figuurlijk) duidelijk, open
    • De consument heeft recht op een transparante markt. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord transparant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.