presentatie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pre·sen·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aanbieding, voorstelling’ voor het eerst aangetroffen in 1350 [1]
  • Naamwoord van handeling van presenteren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord presentatie presentaties
verkleinwoord presentatietje presentatietjes

Zelfstandig naamwoord

presentatie v

  1. het presenteren (aanbieden) van iets, voordracht
    • Zij houden een presentatie over hun onderzoek. 
  1. de wijze waarop iets gebracht wordt, uitvoering
  2. (juridisch) aanbod
Hyponiemen
  • bedrijfspresentatie, boekpresentatie, groepenpresentatie, kinderpresentatie, productpresentatie, uitvoerpresentatie, videopresentatie, webpresentatie
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord presentatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.