figuur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  figuur    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /fi.ˈχyːr/
    • (Vlaanderen, Brabant): /fi.ˈɣyːr/
    • (Limburg): /fi.ˈɣyːr/
Woordafbreking
  • fi·guur
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gestalte, afbeelding’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1265 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord figuur figuren
verkleinwoord figuurtje figuurtjes

Zelfstandig naamwoord

figuur o of m

  1. afbeelding (illustratie, foto of tekening) bij een verhaal
  2. gestalte
  3. lichaamsbouw, postuur
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.

Gangbaarheid

  • Het woord figuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.