folie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fo·lie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘bladmetaal’ voor het eerst aangetroffen in 1400 [1]
  • van Duits Folie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord folie folies
verkleinwoord folietje folietjes

Zelfstandig naamwoord

folie v/m en o

  1. dun en buigzaam vel van een metaal of kunststof
    • Folies worden veel gebruikt om iets te bedekken of in te wikkelen. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord

Werkwoord

vervoeging van
foliën

folie

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van foliën
    • Ik folie. 
  2. gebiedende wijs van foliën
    • Folie! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van foliën
    • Folie je? 

Gangbaarheid

  • Het woord folie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  folie     la folie     folies     les folies  

Zelfstandig naamwoord

folie v

  1. dwaasheid, gekheid
  1. «C'est une folie de bâtir une maison là où les gens n'accèdent pas»
    Het is dwaasheid om ergens een huis te bouwen waar geen mensen kunnen komen.[1]

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.