discant
Nederlands
Woordafbreking
- dis·cant
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het me Latijn, in de betekenis van ‘sopraan, hoge tonen’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
- Van het Latijnse "discantus" (separate zang)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | discant | discanten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
discant m
- (muziek) (verouderd) de hoogste zangstem (sopraan)
- (muziekinstrument) het rechtergedeelte van het toetsenbord met de hoge tonen van een toetsinstrument
- We spelen quatre-mains, jij neemt de discant .
Synoniemen
- [1] sopraanstem, bovenstem
Antoniemen
- [2] bas
Afgeleide begrippen
- [2] discantsleutel
Vertalingen
2. rechtergedeelte van het toetsenbord
Gangbaarheid
- Het woord discant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'discant' herkend door:
30 % | van de Nederlanders; |
29 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.