smart
Nederlands
Woordafbreking
- smart
Zelfstandig naamwoord
smart v/m
- het gevoel van lijden
- Het overlijden van zijn vrouw veroorzaakte bij hem grote smart.
- (van het Engels:) slim
Verwante begrippen
- [1] bedroefdheid, droefheid, pijn, treurigheid, wee, zeer
Hyponiemen
- [1] moedersmart, zielensmart
Afgeleide begrippen
- [1] smartelijk, smarten, smartengeld, smartig, smarting, smartisme, smartlap
- [2] smartcard, smartdrug, smartfoon, smartphone, smartproduct, smartshop, smartspeelgoed
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord smart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'smart' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen. |
Engels
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /smɑrt/
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
smart | smarter | smartest |
Afgeleide begrippen
- smartcard, smartdrug, smartphone, smartproduct, smartshop
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.