bedroefdheid
Nederlands
Woordafbreking
- be·droefd·heid
Zelfstandig naamwoord
bedroefdheid v [2]
- het verdrietig zijn
- Al die aandacht heeft zeker te maken met de hedendaagse, door de media verhevigde rouwrage rond beroemdheden, maar ik twijfel niet aan de oprechte bedroefdheid van de echte fans. Zij hebben iets in Bowie ontdekt waar ik kennelijk blind of ongevoelig voor was.[3]
- De Nigeriaanse president Muhammadu Buhari heeft de gebeurtenis dinsdag in een reactie een “hele vervelende operationele fout” genoemd. Hij heeft naar eigen zeggen met “diepe bedroefdheid” kennis genomen van het nieuws en riep de bevolking op kalm te blijven.[4]
Gangbaarheid
- Het woord bedroefdheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bedroefdheid' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- bedroefdheid op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Frits Abrahams 13 januari 2016
- NRC Etienne Verschuren 17 januari 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.