droefheid

Nederlands

Uitspraak

Geluid: droefheid (hulp, bestand)

Woordafbreking

droef·heid

Woordherkomst en -opbouw

Afgeleid van droef met het achtervoegsel -heid.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	droefheid	droefheden
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

droefheid v

de mate van droef zijn

- De droefheid was groot toen onze hond overleed.

Vertalingen

1. de mate van droef zijn

Duits: Traurigkeit ^(de) v

Gangbaarheid

Het woord droefheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'droefheid' herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.