smartengeld
Nederlands
Woordafbreking
- smar·ten·geld
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van smart zn en geld zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | smartengeld | smartengelden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
smartengeld o [1]
- (juridisch) financiele vergoeding voor geleden onherstelbaar immaterieel leed
- Smartengeld: Vergoeding van immateriële schade door lichamelijk letsel, aantasting van eer of goede naam of een ander persoonsaspect. [2]
- De bezoeker gaat knock-out en wordt per ambulance naar het Medisch Spectrum Twente afgevoerd. Hij heeft een hersenschudding en drie botbreuken in het gezicht. Een oog zit dicht, hij zegt 14 dagen niets te kunnen. De afdelingschef van de groente-afdeling in een supermarkt claimt 2.500 euro smartengeld, dik 1.200 euro materiële schade en 2.340 euro aan advocaatkosten. [3]
Vertalingen
1. financiele vergoeding voor geleden leed
Gangbaarheid
- Het woord smartengeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'smartengeld' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Meersbergen,D.Y.A. van Biesaart, M.C.I.H. Praktisch gezondheidsrecht 2015 ISBN 978-90-01-81555-4 pagina 273
- Tubantia Bert Janssen 30-oktober-2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.