smarten
Nederlands
Woordafbreking
- smar·ten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
smarten |
smartte |
gesmart |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
smarten
- overgankelijk (scheepvaart) met (geteerd) zeildoek bekleden.[1]
- De stagen worden gekleed, getrenst en gesmart.
Gangbaarheid
- Het woord smarten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'smarten' herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Zeemans-woordeboek
Jacob van Lennep
Uigegeven te Amsterdam, Gebroeders Binger 1856.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.