regering
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: regering (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /rə.'χɪː.rɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant): /rə.'ɣeː.rɪŋ/
- (Limburg): /re.'ɣeː.rɪŋ(g)/
Woordafbreking
- re·ge·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | regering | regeringen |
verkleinwoord | regerinkje | regerinkjes |
Zelfstandig naamwoord
regering v
- (regering) een groep van personen die een land bestuurt, specifiek het staatshoofd en alle ministers
- De regering van België heeft het zwaar te verduren gekregen met de economische crisis van het afgelopen jaar.
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Uitdrukkingen en gezegden
- militaire regering
een regering, die gevormd is door hohe militairen, een junta
Vertalingen
1. een groep van personen die een land bestuurt, specifiek het staatshoofd en alle ministers
2. militaire regering
|
Gangbaarheid
- Het woord regering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'regering' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Zweeds
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Middelnedederduitse zelfstandige naamwoord regéringe, verwant met het Duitse zelfstandige naamwoord Regierung
- Zweeds zelfstandig naamwoord met het achtervoegsel -ing
Naar frequentie | 3377 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | regering | regeringen | regeringar | regeringarna |
genitief | regerings | regeringens | regeringars | regeringarnas |
Zelfstandig naamwoord
regering, g
- «Regeringen måste ta första steget.»
- De regering moet de eerste stap zetten.
- «Regeringen måste ta första steget.»
Afgeleide begrippen
|
Afgeleide begrippen
- regera
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.