raket

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  raket    (hulp, bestand)
  • IPA: /raˈkɛt/
Woordafbreking
  • ra·ket
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘voorwerp om ballen mee te slaan’ voor het eerst aangetroffen in 1525 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord raket raketten
verkleinwoord raketje raketjes

Zelfstandig naamwoord

raket v / m

  1. (militair) (ruimtevaart) cilindervormig projectiel dat door een naar achteren gerichte ontploffing wordt voortbewogen
  2. (spel) racket
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
raketten

raket

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van raketten
  2. gebiedende wijs van raketten

Gangbaarheid

  • Het woord raket staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Noors

Woordafbreking
  • ra·ket
Naar frequentie 40940

Werkwoord

raket

  1. verleden tijd van rake
  2. voltooid deelwoord van rake
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

raket, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van rak


Nynorsk

Woordafbreking
  • ra·ket

Zelfstandig naamwoord

raket, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van rak


Turks

Woordafbreking
  • ra·ket
enkelvoud meervoud
nominatief   raket     raketler  
genitief   raketin     raketlerin  
datief   rakete     raketlere  
accusatief   raketi     raketleri  
locatief   rakette     raketlerde  
ablatief   raketten     raketlerden  

Zelfstandig naamwoord

raket

  1. (sport) racket
  2. (sport) bat (voor tafeltennis)
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.