propionzuur
Nederlands
Woordafbreking
- pro·pi·on·zuur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van het Griekse 'protos' (eerste) en pion (vet), en zuur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | propionzuur | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
propionzuur o
- (scheikunde) een verzadigd carbonzuur met de formule CH3CH2COOH
- Proprionzuur is voor het eerst in 1844 door Gottlieb beschreven als restproduct bij de afbraak van suiker.
Verwante begrippen
- bupropion
Verwante begrippen
Carbonzuren in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
mierenzuur • azijnzuur • propionzuur • boterzuur • valeriaanzuur • capronzuur • caprilinezuur • caprinezuur • laurinezuur • myristinezuur • palmitinezuur • stearinezuur • arachidezuur | |||||||||||
Carbonzure zouten en esters in het Nederlands | |||||||||||
formiaat • acetaat • propionaat • butyraat • valeriaat • capronaat • caprylaat • capraat • lauraat • myristaat • palmitaat • stearaat • arachidaat |
Vertalingen
1. CH3CH2COOH
Gangbaarheid
- Het woord 'propionzuur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.