boterzuur
Nederlands
Woordafbreking
- bo·ter·zuur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boter en zuur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boterzuur | boterzuren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
boterzuur o
- (scheikunde) een verzadigd carbonzuur met de formule CH3(CH2)2COOH
- Boter bestaat gedeeltelijk uit een ester van boterzuur.
Verwante begrippen
Carbonzuren in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
mierenzuur • azijnzuur • propionzuur • boterzuur • valeriaanzuur • capronzuur • caprilinezuur • caprinezuur • laurinezuur • myristinezuur • palmitinezuur • stearinezuur • arachidezuur | |||||||||||
Carbonzure zouten en esters in het Nederlands | |||||||||||
formiaat • acetaat • propionaat • butyraat • valeriaat • capronaat • caprylaat • capraat • lauraat • myristaat • palmitaat • stearaat • arachidaat |
Vertalingen
1. CH3(CH2)2COOH
Gangbaarheid
- Het woord boterzuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'boterzuur' herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.