panter

Een zwarte panter (P.onca)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pan·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘katachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord panter panters
verkleinwoord pantertje pantertjes

Zelfstandig naamwoord

panter m

  1. (zoogdieren) de naam die gegeven is aan verschillende grote katachtige roofdieren, vnl. luipaard Panthera pardus en jaguar P. onca
    • Sommige panters zijn prachtige zwarte dieren, andere zijn gevlekt. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • panteramaniet
Verwante begrippen
Anagrammen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord panter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Turks

Woordafbreking
  • pan·ter
enkelvoud meervoud
nominatief   panter     panterler  
genitief   panterin     panterlerin  
datief   pantere     panterlere  
accusatief   panteri     panterleri  
locatief   panterde     panterlerde  
ablatief   panterden     panterlerden  

Zelfstandig naamwoord

panter

  1. (dierkunde), (zoogdieren) panter, luipaard
Synoniemen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.