moe
Nederlands
Woordafbreking
- moe
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vermoeid’ voor het eerst aangetroffen in 1100 [1]
- [zelfstandig naamwoord] [2][3]
- [bijvoeglijk naamwoord] [4][5]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | moe | |
verkleinwoord | moetje | moetjes |
Zelfstandig naamwoord
moe v
- (…) de naaikransjes, picknicks en vakanties met pa en moe maken plaats voor schoolclubs, fuiven en vakanties met vriendinnen (…) [6]
Antoniemen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | moe | moeër | moest |
verbogen | moeë | moeëre | moeste |
partitief | moes | moeërs | - |
Bijvoeglijk naamwoord
moe
- geneigd tot rusten of slapen, afgemat
- Hij was moe van al het werk.
Hyponiemen
Vertalingen
1. geneigd tot rusten of slapen
Gangbaarheid
- Het woord moe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'moe' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "moe" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- moe op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- moe op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Ros, B. "Meisjes blijven meisjes blijven meisjes. Het vooroorlogse en naoorlogse meisjesboek vergeleken" in: Literatuur zonder leeftijd. jrg. 25 nr. 85 (najaar 2011) IBBY-Nederland, Amsterdam; p. 57; geraadpleegd 2016-12-11
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.