moetje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • moet·je
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord moetje moetjes

Zelfstandig naamwoord

moetje o dim. tant.

  1. een huwelijk ingegeven door zwangerschap
    • De geboorte van hun dochter na zeven maanden liet zien dat het een moetje geweest was. 

Zelfstandig naamwoord

moetje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord moet
Woordafbreking
  • moe·tje

Zelfstandig naamwoord

moetje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord moe

Gangbaarheid

  • Het woord moetje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
47 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.