metro
Nederlands
Woordafbreking
- me·tro
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ondergrondse’ voor het eerst aangetroffen in 1929 [1]
- van het Frans [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | metro | metro's |
verkleinwoord | metrootje | metrootjes |
Zelfstandig naamwoord
metro m
- (verkeer) ondergronds openbaar vervoer, meestal per trein of tram
- De metro heeft geen last van verkeersopstoppingen.
Hyponiemen
- bandenmetro, premetro, semimetro
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. ondergronds openbaar vervoer
Gangbaarheid
- Het woord metro staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'metro' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Spaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Turks
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | metro | metrolar |
genitief | metronun | metroların |
datief | metroya | metrolara |
accusatief | metroyu | metroları |
locatief | metroda | metrolarda |
ablatief | metrodan | metrolardan |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.