lichaam
Nederlands
Woordafbreking
- li·chaam
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘lijf’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1100 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lichaam | lichamen |
verkleinwoord | lichaampje | lichaampjes |
Zelfstandig naamwoord
lichaam o
- (anatomie) een geheel van botten, vlees en organen van een mens of dier
- (figuurlijk) een instantie
- (figuurlijk) een hoeveelheid materie met een bepaalde vorm
Synoniemen
- [1] lijf
- [2] instantie, instelling, korps
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. een geheel van botten, vlees en organen van een mens of dier
|
|
2. een instantie
3. een hoeveelheid materie met een bepaalde vorm
Gangbaarheid
- Het woord lichaam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lichaam' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.