instelling
Nederlands
Woordafbreking
- in·stel·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | instelling | instellingen |
verkleinwoord | instellinkje | instellinkjes |
Zelfstandig naamwoord
instelling v
- (techniek) keer dat iets wordt ingesteld; dat wat ingesteld is
- In deze instelling wordt op het scherm de tijdsmeting weergegeven.
- (bedrijfskunde) organisatie die vaak subsidie van de overheid krijgt
- Een bank is een financiële instelling met winstoogmerk.
- manier om tegen iets aan te kijken of iets te overdenken
- Ik vind zijn instelling tegenover de studie heel positief.
Hyperoniemen
- [2]: instantie [1], institutie, instituut
- [3]: houding, mentaliteit
Hyponiemen
|
Uitdrukkingen en gezegden
- [2]: een gesloten instelling
- [2]: een publieke instelling
publieke instellingen
Vertalingen
1. keer dat je iets instelt, of wat ingesteld is
|
2. organisatie, die vaak subsidie van de overheid krijgt en geen geld wil verdienen
|
|
een gesloten instelling
|
een publieke instelling
|
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
1.
|
Gangbaarheid
- Het woord instelling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'instelling' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.