corps
Nederlands
Woordafbreking
- corps
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vereniging’ voor het eerst aangetroffen in 1810 [1]
- van het Frans corps (lichaam) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | corps | corpora corpsen |
verkleinwoord | - | - |
Verwante begrippen
- korps, legerkorps
Hyponiemen
- diplomatencorps, eurocorps, studentencorps
Gangbaarheid
- Het woord corps staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'corps' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen. |
Frans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.