corps

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • corps
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vereniging’ voor het eerst aangetroffen in 1810 [1]
  • van het Frans corps (lichaam) [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord corps corpora
corpsen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

corps o

  1. besloten, traditionele studentenvereniging
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord corps staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Frans

Uitspraak
  • Geluid:  corps    (hulp, bestand)
  • IPA: /kɔʁ/
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  corps     le corps     corps     les corps  

Zelfstandig naamwoord

corps m

  1. lichaam
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.