lijf

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lijf    (hulp, bestand)
  • IPA: /lɛi̯f/
Woordafbreking
  • lijf
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘lichaam’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1220 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord lijf lijven
verkleinwoord lijfje lijfjes

Zelfstandig naamwoord

lijf o

  1. lichaam.
    • Hij verzorgde zijn lijf goed. 
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • te lijf gaan
    aanvallen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord lijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.