herhalen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·ha·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
herhalen
herhaalde
herhaald
zwak -d volledig

Werkwoord

herhalen

  1. nog eens, of meerdere keren, hetzelfde ondervinden, uitvoeren of laten weerkeren
    • Ik kon u niet verstaan, wilt u dat herhalen? 
    • overgankelijk iets opnieuw zingen
    • We hebben het refrein van het liedje nog menigmaal herhaald. 
    • overgankelijk iets opnieuw doen
    • Het eerder uitgezonden programma wordt morgen herhaald. 
    • wederkerend steeds weer hetzelfde beleven
    • Elke dag herhaalde zich hetzelfde ritueel. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
steeds maar blijven herhalen
dingen van vroeger komen terug
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord herhalen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.