verhalen
Nederlands
Woordafbreking
- ver·ha·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vertellen’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
- afgeleid van halen met het voorvoegsel ver- [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verhalen |
verhaalde |
verhaald |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
verhalen
- inergatief ~ over: een verhaal vertellen
- Hij verhaalt met gevoel over zijn bezoeken aan de meest uiteenlopende plaatsen.
- 'Roodkapje' verhaalt over een meisje dat op bezoek gaat bij haar oma.
- overgankelijk iets ~ op: schadevergoeding eisen, kosten laten betalen
- De gemeente verhaalt de kosten op de daders.
Afgeleide begrippen
- verhaalbaar, verhaalbelasting, verhaallijn, verhaalsrecht, verhaalster, verhaalswet, verhaaltechniek, verhaler, verhaling
Vertalingen
Zelfstandig naamwoord
verhalen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord verhaal
- Ik wil uitzoeken welke verhalen maatschappelijk werkers en andere professionals vertellen over het werk dat zij doen en hoe deze verhalen zich verhouden tot de verhalen van de cliënten zelf en andere betrokkenen. [3]
Gangbaarheid
- Het woord verhalen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verhalen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "verhalen" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- verhalen op website: Etymologiebank.nl
- Rothfusz, Jacqueline Potensia [2016] ISBN 978-90-367-9467-1 pagina 9
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.